Waarom draait een citruspers dan weer de ene, dan weer de andere kant om?. Zou dat dat die sinaasappel iets kunnen schelen? Een advertentie van de HEMA pocht er zelfs op: 


De citruspers Vitapress 600 BKB246 is ontworpen om zoveel mogelijk sap te persen uit sinaasappels, citroenen en grapefruit.De Vitapress 600 BKB246 beschikt over een dubbel-roterende motor voor nog meer efficiëntie.De oplopende kom heeft wat van een “glas” en staat u toe tot wel 0,6 L sap op te vangen.


Ontworpen om zoveel mogelijk sap te persen. Ik val om van verbazing. Ja, dat hebben die andere citruspersen maar mooi niet. Daar hebben ze bij Philips en bij Bosch vast niet aan gedacht. Dat je zo’n ding moet zo moet ontwerpen dat er zoveel mogelijk sap uit die vruchten komt. Ha! daar laat Moulinex de concurrent toch maar mooi achter zich! En dan die dubbel roterende motor. Voor nog meer efficiëntie. En dat ding WAS al zo efficiënt!

Antwoorden op de vraag waarom die dubbel roterende motor het efficiënt persen mogelijk maakt blijven uit.


Uit een advertentie van Princess: Princess 201970 SuperCitruspers, ...automatischlinksenrechtsdraaiend voor een optimale sapopbrengst, ....

Je broek zakt er van af: waarom oh waarom zou automatisch links en rechts draaien een optimale sapopbrengst leveren?

En dat 'automatisch' snap ik ook al niet. Er valt namelijk absoluut niet te voorspellen wanneer het apparaat besluit om van draairichting te wisselen. Jezes wat een flauwekul.


Citruspers


(deze pagina is bijgewerkt op 7 juni 2021)


citruspers

dijkverhogingen

wijntje?

Vergaderbingo

De Kleine Leeuwarder Napoleon

Gut

Twee automatisch links-en rechtsomdraaiende perskoppen voor een hogere sap-opbrengst.


Voor een hogere sap-opbrengst? Twee koppen? En die draaien automatisch links en rechts? De ene kop automatisch naar links en dan de andere automatisch naar rechts? Of draaien ze allebei gelijktijdig automatisch naar links en naar rechts? En krijg je dan meer sap uit zo’n sinaasappel? En hoe automatisch is dat dan? Wat wordt er bedoeld met dat ‘automatisch’ ?


Wij hebben thuis een Philips ding en die heeft maar 1 perskop. Als ik mijn halve sinaasappel op de perskop houd draait dat ding (automatisch) een bepaalde kant uit en in een wip is de halve sinaasappel leeg. Ik kijk er nog een keer in en ik kan mij absoluut niet voorstellen op welke manier een andere persmachine - al had ie 10 perskoppen - er meer sap uit zo halen. De schil van mijn sinaasappel namelijk is na het persen helemaal wit van binnen. Alle schilletjes en sap zijn er spoorloos uit verdwenen. En dan nog wat: waarom in hemelsnaam moet een citruspers dan weer de ene en dan weer de andere kant uit draaien?. Zou dat die sinaasappel iets kunnen schelen. Ik denk van niet. Als dat namelijk zo zou zijn dan zou je verwachten dat de machine om en om de ene en dan de andere kant draait. Maar dat is helemaal niet zo. Als je een beetje aandachtig perst, dan zul je merken dat dat geheel willekeurig gebeurt. Dan weer es 4 keer met de klok mee, dan weer es drie keer antiklok. Aha, hoor ik je denken. Dat is om die sinaasappel te foppen! Denkt die sinaasappel net dat hij door heeft dat hij met de klok mee wordt geperst, en hup: gefopt! Lekker plotseling de andere kant om. Sinaasappel helemaal in de war! Ha ha!. Lekker tuk!

Welke wonderlijke gedachtengang zou hier toch achter zitten?

De in een citruspers gebruikte motor wordt ook in andere apparaten toegepast waarbij de draairichting nooit omkeert na het stoppen en weer starten. Een deskundige beweerde in Wikipedia dat door het omkeren van de motor het vruchtvlees van twee kanten zou worden geplet. Ten eerste is dat maar de vraag, en ook of dat dan meer sap oplevert, maar als dat al de bedoeling was, dan is het onlogisch dat de motor niet èlke keer van richting om keert na het stoppen en weer starten.




Dijkverhogingen?

De piekafvoer van de Rijn is de afgelopen eeuw niet gestegen. Hoezo klimaatverandering? Nou, vooruit, het wordt wat warmer. Maar natte voeten? De overheid heeft een adviescommissie ingesteld die gilt dat de dijken in Nederland op een hoogte moeten worden gebracht die een piekafvoer van 18.000 m3 per seconde moeten kunnen hebben. Terwijl de grootste afvoer die sinds 1901 is gemeten 12.000 m3 is (en dat alleen nog maar in 1925). En ook is er geen trend zichtbaar dat het meer gaat worden. Zie plaatje hierboven. Wat is dat toch voor paniekzaaierij? Zouden die commissie leden bang zijn om niet voor vol te worden aangezien als ze zouden zeggen dat het wel meeviel en dat dijkverhoging helemaal niet nodig is? Ik had een oom die wijnkoper en -handelaar was. Bij een dineetje in een restaurant stuurde hij steevast de wijn terug omdat er zogenaamd altijd wel wat mee was. Oom moet hebben gemeend dat men alleen maar zijn autoriteit zou erkennen als hij voortdurend NEE en BAH riep, Want een wijn lekker vinden, ja dat kunnen we allemaal, maar durven zeggen dat hij niet goed is, ja daarvoor moet je verstand hebben van wijn. Zo zal het ook wel met de voorgestelde dijkverhogingen gaan. Wat niet wil zeggen dat ik een klimaat scepticus ben. Dat ben ik zeker niet, maar dat is wat anders.





Wijntje? (tekst Henk Spaan)

0m wijn te proeven heb je meer zelfvertrouwen nodig dan smaak. Kurk is het allermakkelijkst te duiden, omdat het ronduit smerig is. 


Het maakt het trekken van een vies gezicht er des te natuurlijker op. Daarna volgt een moeilijke fase: die van het terugsturen. Wie aarzelt is de pineut. Hij stuit op wantrouwen bij het bedienend personeel. Je zegt 'kurk’ op een toon die geen tegenspraak duldt. In een normaal restaurant krijg je dan meteen een nieuwe fles. Kurk herkennen is dus geen probleem, behalve misschien in de Cahors, waar het vrijwel onmogelijk is om het verschil te proeven tussen kurk en de smaak van de locale appellation. Cahors, zo begrijpt de lezer, is een harde, niet zo toegankelijke wijn die er zelfs in een geduldige wijnkelder niet merkbaar op vooruitgaat.

Wat ik ook niet kan proeven is hoe goed een jonge bordeaux zal worden. Ik sta altijd paf bij het lezen van de proefnotities van deskundigen als Jancis Robinson en Robert Parker, die allerlei smaken herkennen in wijn die nog te jong is om de fles te hebben bereikt. Bij een wijn die op dronk is, kan ik best wat fruitsoorten thuisbrengen. Als het tenminste om een jonge Bergerac gaat die voor honderd procent uit Merlot bestaat. Dan zie je mij de wijn door de mond laten rollen, de ogen peinzend ten hemel slaan, om me daarna vol overtuiging 'bessen’ te horen roepen. Ook heb ik weleens chocola geproefd in een volle Pécharmant. Maar naar een sommelier die het heeft over mineralen, eikenblad, tabak en ijzer, kan ik slechts afgunstig kijken. Om hem even later van harte te wantrouwen.


Wijn proeven is bluffen. 

Bluffen is: niet op je mondje gevallen zijn.

Wie wijn proeft moet zijn woordje klaar hebben.

Een goede sommelier is vooral verbaal begaafd.

Kennis is macht en haar sterkste wapen is de taal.

In een oude Figaro, die van 2 mei, vond ik een stukje waarin een sommelier, de wereldkampioen van 2004, zich afvraagt welke wijn je het best kunt drinken bij verse erwtjes.


Dit is op zich al een intimiderende probleemstelling. Ik weet zeker dat het overgrote deel van de lezers van Onze Taal zichzelf deze vraag nooit heeft gesteld, voorzover ze zich al bewust zouden zijn van het bestaan van verse erwtjes.

Eerst beschrijft de sommelier de smaak van het erwtje: "zoet en voorzien van een licht plantaardig parfum". Je zou er honger van krijgen, maar ik dorstte vooral naar de beloofde informatie.

"lk zou subiet voor een witte druif gaan, een wijn uit de Loire of zelfs een Elzasser. Ik denk dat een Sylvaner, eerlijk en spontaan, met zijn geuren van groene amandelen, wilde munt en witte veldbloemen, recht zou doen aan de plantaardige smaak van de groente." Dit advies staat als een huis. Tegenspraak is uitgesloten. De waarheid schuilt in de formulering. De taal is doorslaggevend. Het lijdt geen enkele twijfel dat iemand die bij het eten van verse erwtjes geen Sylvaner drinkt, zichzelf schromelijk tekortdoet.

Misschien kan deze sommelier beter proeven dan wie ook. Maar veel belangrijker voor het uitoefenen van dit metier is zijn flux de paroles.


Henk Spaan in ‘Onze Taal’ september 2009








En tot slot: Vergader Bingo